Geschiedenis van de gulden

July 5, 2012
Geschiedenis van de gulden

De geschiedenis van de gulden begint al in de dertiende eeuw in...

Florijn
De geschiedenis van de gulden begint al in de dertiende eeuw in Italië. De stad Florence introduceert in 1252 als eerste een nieuwe gouden munt, de fiorino d'oro, genoemd naar de lelie uit het stadswapen. In het Nederlands vertaald: gulden (gouden) florijn. De Florentijnse munt vindt al snel navolging in vele Europese landen. In eerste instantie wordt de munt exact nagemaakt. Later verschijnen ook andere varianten.

Achtentwintigstuiverstuk
In de vijftiende eeuw beslist Philips de Goede dat in de Nederlandse gewesten de gulden voortaan de grondslag van het muntwezen moet vormen.  Op dat moment wordt de waarde bepaald op 21 stuivers. In 1526 wordt bepaald dat bedragen uitsluitend moeten worden uitgedrukt in Carolusguldens (naar keizer Karel V) van 20 stuivers. Daarmee ontwikkelt de gulden zich dus tot de vaste rekeneenheid. In 1543 wordt voor het eerst een zilveren variant ingevoerd.
Het muntrecht komt tijdens de Tachtigjarige Oorlog in handen van de provincies. Rond 1600 beginnen verschillende gewesten met de uitgifte van grote zilverstukken ter waarde van 28 stuivers. Deze gulden heet ook wel achtentwintigstuiverstuk of florijn.

20 stuivers maakt een piek
Tegen het einde van de zeventiende eeuw leiden problemen in het muntwezen tot hervormingen. Uiteindelijk besluiten de Staten-Generaal in 1694 tot invoering van de nieuwe gulden van 20 stuivers als generaliteitsmunt. Op de voorzijde staat de Nederlandse maagd met een speer. Het is de puntige speer waar de benaming ‘piek’ voor gulden vandaan komt.

Vorsten en hun guldens
Vanaf 1816 wordt de gulden niet langer onderverdeeld in 20 stuivers, maar in 100 centen. Op de voorzijde staat het portret van koning Willem I, op de keerzijde het gekroonde wapen van Nederland met de waardeaanduiding. De rand draagt de bekende tekst ‘GOD ZY MET ONS’. Tijdens de regeerperiode van koning Willem II en koning Willem III blijven de specificaties ongewijzigd.

Bij elke troonswisseling kijken de vorsten op de munten een andere kant op. Het wordt namelijk onwaardig gevonden, als de opeenvolgende vorsten naar elkaars nek kijken.

Van zilver naar nikkel
Vanaf 1892 draagt de gulden de beeltenis van koningin Wilhelmina. Tijdens haar lange regeerperiode verschijnen er maar liefst vier verschillende portretten op de guldens. In 1948 volgt Juliana haar moeder op. Zilveren guldens worden weer vanaf 1954 geslagen. Wegens sterk gestegen zilverprijzen stapt men in 1967 over naar nikkel.

 Dubbelkop
1980 is een bijzonder jaar voor de gulden. Naar aanleiding van de troonswisseling wordt een bijzondere herdenkingsmunt uitgegeven met een dubbelportret van Juliana en Beatrix. Daarnaast past men de vormgeving van de muntreeks drastisch aan. Zowel de voor- als de keerzijde van de munten krijgen een modern aanzien.

In 2001 is vanwege het afscheid van de gulden, de munt in goud en zilver geslagen.